Opkomende markten en QE

Gepubliceerd op 11 juni 2020
Opkomende markten en QE

De slotstand van de S&P500 index was afgelopen dinsdag 3232 punten, waarmee de index een jaarrendement van 1% scoorde. Gemeten vanaf het dieptepunt (2.220) op 23 maart is dit een herstel van 48%.

Veel beleggers hebben met verbazing gekeken naar de kracht en snelheid van dit herstel, zeker nu de geschatte koers/winstverhouding (forward P/E) met een niveau van 22,6 op het hoogste niveau staat in 20 jaar tijd. Ook in andere ontwikkelde markten zoals Europa zien we een vergelijkbare ontwikkeling. De kracht en snelheid van het herstel in de ontwikkelde markten valt deels te verklaren door de enorme stimuleringsmaatregelen van centrale banken en overheden. De enorme geldcreatie zorgt niet alleen voor een tsunami aan liquiditeit in de markten, ook creëert de zogenoemde ‘Fed-put’; het vertrouwen onder beleggers dat de centrale bank altijd weer klaar staat in moeilijke tijden. Met dit vertrouwen blijven beleggers actief aan de koopkant ondanks hoge waarderingen.

In de opkomende markten was ook een krachtig herstel zichtbaar. De MSCI Emerging Market index is 35% hersteld vanaf het dieptepunt, maar staat nog wel -9% lager voor dit jaar. Daar staat ook een veel lagere forward P/E van 12,9 tegenover, qua waardering een stuk aantrekkelijker dan de S&P500 index (22,6).

Op maandagochtend 23 maart werd wereldwijd de bodem gezet in de aandelenmarkten nadat de Fed onverwacht ‘QE unlimited’ lanceerde, oftewel het onbeperkt printen van geld en opkopen van staatsobligaties. Vanaf dit moment werd het herstel ingezet, waarna monetaire versterking volgde van de ECB, BoJ en andere centrale banken. Het doel van deze actie is met name om de steunmaatregelen van overheden te financieren, de rente laag te houden en het financiële systeem van liquiditeit te voorzien. Veel beleggers vragen zich af waarom opkomende landen niet ook op grote schaal deze manier van interveniëren overnemen.

Geen land kan dit zo eenvoudig doen als de VS, met de US dollar als wereldwijde reservemunt, waar zeker in tijden van crisis overmatige vraag naar is. De Fed hoeft niet direct bang te zijn dat de US dollar een buitensporige duikvlucht neemt ten opzichte van andere valuta; een luxe positie.
Alhoewel de US dollar Index dit jaar nog 1% hoger staat, is de index vanaf 23 maart (QE unlimited) wel 7% gedaald. Sinds die datum is de dollar ook gedaald ten opzichte van veel opkomende landen valuta’s. Dit laatste is zeer positief voor deze categorie landen, met vaak relatief veel dollar schulden bij overheden en bedrijven.

Veel opkomende economieën verkeren niet in de luxe positie van de VS. Deze landen hebben relatief grotere schommelingen in de economische ontwikkeling, een hogere inflatie en rente en zijn bovenal meer afhankelijk van buitenlandse investeringen. Kwantitatieve verruiming (QE) en daarmee een (sterke) devaluatie van de valuta kan een kapitaalvlucht activeren. Iets wat nationale beleidsmakers altijd proberen te voorkomen. Door corona zagen veel opkomende landen zich toch genoodzaakt begrotingstekorten deels te financieren via monetaire verruiming, qua omvang relatief nog bescheiden, maar mogelijk zit er meer in het vat met een structureel lagere dollar en de Fed die ongelimiteerd geld creëert. Dit biedt fiscaal meer ruimte voor stimulering, met meer economische groei in het voortuitzicht en mogelijk hogere beurzen, zeker nu met relatief lage waarderingen in opkomende markten.

Inschrijven nieuwsbrief

Ontvang altijd het laatste nieuws over de fondsen